Tegenwoordig herinnert alleen de naam van het landgoed ons aan de molen die hier ooit stond.
De molen zelf werd in 1861 het slachtoffer van de vlammen. Terwijl het hoofdgebouw, gebouwd in 1776, grotendeels bewaard bleef, werden de aangrenzende gebouwen op de boerderij pas aan het begin van de 20e eeuw gebouwd.
De naam “Eynatter Molen” doet denken aan de molen die de jezuïeten van Aken in 1719 aan de Göhl-beek bouwden en de oorspronkelijke Vlattenhaus-molen in het centrum van Eynatten verving, die door de vijvers werd gevoed.
Het leggen van de eerste steen werd gemarkeerd met de inscriptie “Rector Aquensis De Societate lesus Me Posuit.” De rector van de jezuïeten uit Aken liet me voorzichtig zitten. Deze eerste steen ligt nog steeds in het dorp, namelijk boven de achteringang van het Tychon Hotel-Restaurant.
Arnold Roemer Lamberts, die in 1776 eigenaar werd van het Vlattenhaus, renoveerde het jaar daarop het Eynatter Molen-gebouw en liet bovendien boven de toegangsdeur een wapensteen plaatsen, waarop de wapenschilden van de families Roemer en Lamberts stonden.
Nadat de molen in 1861 ten prooi viel aan vlammen, maakte deze plaats voor een boerderij. In 1877 en 1886 werden de gebouwen echter opnieuw door brand verwoest.
In 1907 verwierf Andre Franssen von Cortenbach het landgoed. Hij was het die er zes jaar later de huidige bebouwing liet bouwen en een landhuis in de directe omgeving. Het landgoed is nog steeds in familiebezit.
In 2022 is het pand voor langere tijd verhuurd door het echtpaar Birgit & Maurice de Boer en grondig gerenoveerd.